Het “Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders” is een Amerikaans handboek dat in de meeste landen als standaard in de psychiatrische diagnostiek dient. Met andere woorden; wat in de DSM V staat, dient meestal als basis om een diagnose te geven of krijgen.
In mei 2013 is de vijfde herziening verschenen. Hierin zijn de drie kenmerken van autisme samengenomen tot twee.
Nieuw in de DSM-V is dat niet alleen een omschrijving gegeven wordt van criteria, maar dat er ook een ernst-taxatie wordt gegeven. Deze taxatie in niveau 1 tot en met 3 geeft aan hoeveel
steun een persoon nodig heeft op elk gebied.
Deze verdeling heeft mij opnieuw gestimuleerd te kijken naar unieke behoeften en beperkingen. Het zien van de verschillen en het spectrum aan ontwikkelingsgebieden binnen één mens. Een andere toevoeging is die van de zintuiglijke waarneming. Deze toevoeging acht ik van groot belang omdat het onderkennen van het daadwerkelijk anders beleven en verwerken van zintuiglijke prikkels veel spanning en onnodige stress bij mensen met autisme kan wegnemen.
De afwijkende zintuiglijke waarneming wordt uitgebreid behandeld in mijn scholingsaanbod. Ook in het Autismepaspoort heeft de zintuiglijke waarneming een prominente rol. Er is een uitgebreide vragenlijst opgenomen die vervolgens visueel wordt weergegeven op het Autismepaspoort.
De kenmerken van autisme zijn in de DSM V als volgt omschreven: