Inhoud van het autismepaspoort

In de onderstaande tekst kunt u zien hoe het autismepaspoort is opgebouwd en welke onderdelen behandeld worden. De schermafbeeldingen kunt u vergroten door er op te drukken. Zo kunt u precies zien wat u kunt verwachten. Bij de meeste onderdelen staat ook een praktijkvoorbeeld zodat u weet waarom de gevraagde informatie van belang kan zijn. Sommige onderdelen beslaan meerdere pagina’s, we beelden er maar één per onderdeel af.

Inloggen en het hoofdscherm

Als u voor het eerst inlogt op de beveiligde omgeving, zal u eerst het standaard wachtwoord moeten wijzigen. Eenmaal in het hoofdscherm ingelogd ziet u dat het autismepaspoort nog niet gemaakt kan worden, dit is logisch omdat u nog geen gegevens heeft ingevoerd. Alle gele vinkjes rechts in het scherm zullen groen moeten zijn. Alleen dan ziet u de miniatuurafbeelding van het autismepaspoort in het scherm en kan het autismepaspoort gegenereerd worden.

U drukt op ‘verder.’

 

 

 

 

Persoonlijke Gegevens & Privacy

Bij het starten van het autismepaspoort is het belangrijk om het autismepaspoort te personaliseren. In dit scherm worden wat persoonlijke basisgegevens uitgevraagd. Ook is er de mogelijkheid om een pasfoto toe te voegen, dit is echter niet verplicht. In verband met de huidige privacywetgeving dient u toestemming te geven voor het verwerken van uw gegevens. Hoe wij met uw gegevens omgaan staat in onze privacyverklaring. U bent verzekerd dat uw gegevens met de hoogste zorgvuldigheid worden opgeslagen op beveiligde servers. Hiermee voldoen wij aan de hoogste eisen die op dit moment worden gesteld aan het bewaren van persoonsgegevens.

Elke keer als u een veld heeft ingevuld, drukt u op de knop ‘opslaan’, u wordt dan vanzelf naar de volgende pagina geleid.

 

 

Algemene Gegevens

Een paspoort is uiteraard niet compleet zonder ‘algemene gegevens’. Echter, in dit autismepaspoort staat niet alleen een foto, de naam, leeftijd en school van een kind, maar ook een telefoonnummer van iemand die te bereiken is in geval van nood, medische gegevens als ‘andere diagnoses’ en medicijngebruik, en een ruimte voor aanvullende belangrijke informatie die iedereen meteen moet weten. Dit kan gaan over mogelijke heftige reacties die een kind kan vertonen bij spanning of overprikkeling, of andere belangrijke zaken die iedereen moet weten.

“Als Martijn naar een praktijkvak gaat is het heel erg belangrijk dat iedereen die met hem aan het werk gaat weet dat hij geen machines mag bedienen in verband met zijn epilepsie”

 

 

Kenmerken van Autisme

Autisme is niet iets wat overgaat, of wat je met een beetje ‘duidelijkheid’ af kunt leren, het is een blijvend anders verwerken en beleven van informatie. Het is belangrijk dat de omgeving van een kind weet heeft van de kenmerken van autisme zoals die voor het kind gelden. Interessant daarbij is dat deze kenmerken vaak gezien kunnen worden als een ‘tekort’, u zou het ook kunnen zien als aanknopingspunt om het (onderwijs-)zorgaanbod op aan te sluiten. Nieuw in de DSM5 (diagnostisch handboek waarmee diagnoses worden gesteld) is dat niet alleen een omschrijving gegeven wordt van criteria, maar ook een ernst-taxatie. Deze taxatie in niveau 1 tot en met 3 geeft aan hoeveel steun een persoon nodig heeft op elk gebied. In het autismepaspoort is dit vertaald naar ondersteuningsbehoeften.

“Een leerling die een ‘fiep’ (een pre-occupatie of zeer sterke interesse/fixatie) heeft voor alles wat draait, kan uitstekend in zijn leren worden uitgedaagd door bijvoorbeeld een presentatie te mogen geven in schrift en beeld over wasmachines.”

 

Zintuiglijke Waarneming

De zintuiglijke waarneming bestaat uit het binnenkomen en verwerken van zintuiglijke prikkels. Iedereen kent de vijf belangrijkste zintuigen wel (zien, horen, tastzin, reuk en smaak). In dit onderdeel worden echter ook de proprioceptie (het ervaren van in- en externe druk op het lichaam) en de vestibulaire prikkels (evenwicht) uitgevraagd. Hiermee wordt vastgesteld of de persoon in kwestie onder- of juist overgevoelig is voor bepaalde zintuiglijke prikkels. De zintuiglijke waarneming oefent een ongekende invloed uit op het ‘zijn’ van iemand met autisme.  Door waarnemen, verleen je betekenis aan je wereld. Als deze waarneming anders verloopt, ervaar je dus ook een andere wereld. Veel gedrag dat je ziet (het topje van de ijsberg, boven de waterspiegel) komt voort uit de prikkels die anders verwerkt worden (onder de waterspiegel). Als je weet hebt van de zintuiglijke waarneming van een kind, kun je de omgeving aanpassen om zo tegemoet te komen aan de zintuiglijke behoeften die dit kind heeft. Veel stress kan voorkomen worden als er rekening gehouden wordt met het zintuiglijk profiel! Als er van het autismepaspoort een pdf wordt gemaakt of geprint wordt, kan er een vinkje worden aangeklikt waarmee u een bijlage toevoegt met alle uitgeschreven overgevoeligheden. Handig!

“Jasper gaat zo gauw hij kans krijgt op de draaikruk van de juf zitten en draait dan 10 rondjes om zijn as (vestibulair). Tijmen sprint bij binnenkomst in de gymzaal naar de dikke matten en laat zichzelf ertussen glijden, om er vervolgens niet meer uit te komen (proprioceptisch). Esther heeft altijd een koptelefoon op tegen de voor haar zo harde geluiden (horen). Als de toiletten in de gang verstopt zijn, komt Vince de hele dag niet tot werken (geur).”

Kenmerken van het Denken

Om de wereld om je heen te begrijpen gebruik je je denken, je cognitie. In het denken van kinderen met autisme spelen drie belangrijke cognitieve processen. Deze werken anders, of ontwikkelen zich trager, dan bij kinderen zonder autisme. Het eerste proces is de Theory of mind – TOM (het vermogen om gedachten, geloof en bedoelingen aan jezelf en een ander toe te schrijven en daarop te handelen.) Het tweede proces is de Centrale Coherentie – CC (heeft te maken met het kunnen zien van een context.) Kinderen met autisme zijn sterk op details gericht en hebben moeite met het samenvoegen (puzzelen) van prikkels tot een betekenisvol geheel. Omdat de prikkelverwerking vaak ook anders werkt, zit daar een dubbele moeilijkheid. Het laatste proces is zijn de Executieve functies – EF (Dit zijn de uitvoerende functies die te maken hebben met het reguleren en plannen van je gedrag.) Het is van essentieel belang om weet te hebben van de ondersteuningsbehoeften van een kind op deze drie gebieden. Als deze goed in beeld is, kan de omgeving aangepast worden (door middel van bijvoorbeeld een dagprogramma), en help je het kind of de persoon grip te krijgen op de wereld.

“Door zijn problemen in de executieve functies komt Nico tijdens het zelfstandig werken steeds niet goed op gang, en krijgt hij zijn weektaak nooit af. Alleen als de juf naast hem zit en hem zegt wat hij moet doen, krijgt hij zijn werk af. Als er echter een (visueel) stappenplan voorin zijn map gedaan wordt, met daarin een werkschema, lukt het wél, ook zonder hulp van de juf.”

De Cognitieve Ontwikkeling

Het spreekt voor zich dat het belangrijk is het cognitieve niveau van een kind in beeld te hebben als je met dit kind gaat werken of spelen. Echter, juist in situaties waarin een overdracht niet gebruikelijk is (of waar daar geen tijd voor is), is het fijn als dit ergens makkelijk en up-to-date terug te vinden is. In het autismepaspoort komen de volgende cognitieve gebieden in beeld: Rekenen, lezen, spelling en begrijpend lezen. Ook wordt er een IQ weergegeven, als dit bekend is. Vanzelfsprekend kunnen gedurende de looptijd van het autismepaspoort, eenvoudig de ingevoerde waarden worden aangepast in het systeem.

“Julian, een leerling met autisme en een verstandelijke beperking, gaat voor het eerst naar een nieuw praktijkvak. Zijn leerkracht loopt met hem mee en vraagt aan de praktijkdocent of deze een duidelijk dagprogramma heeft gemaakt voor Julian, omdat hij zonder dat programma geen overzicht heeft. “Ja hoor”, zegt de docent, “Kijk maar!”, en ze houdt een keurig geschreven papier omhoog, waar alles op staat. Alleen… Julian kan niet lezen!”

Communicatie

Een van de kenmerken van autisme is ‘sociaal-communicatieve tekorten’. Kinderen met autisme spreken vaak een ‘andere’ taal. Zij hebben vaak moeite met non-verbale communicatie, maar ook met bijvoorbeeld figuurlijk taalgebruik. Mensen met autisme hebben vaker moeite om zich dingen voor te stellen. Taal is abstract. Beelden kun je zien en nog eens terugkijken. Gesproken woorden verdwijnen echter zodra ze uitgesproken zijn. Het is heel belangrijk te weten waar een kind moeite mee heeft op dit gebied. Communiceren is noodzakelijk om je behoeften uit te drukken, maar ook om tot expressie te komen. Als je niet begrijpt, ‘verstaat’ wat er om je heen gebeurt, of als anderen jou niet ‘verstaan’, kan dit leiden tot onbehagen of gedragsproblemen. Logopedisten kunnen hier uitgebreid onderzoek naar doen. In het autismepaspoort vragen we de invuller een inschatting te (laten) maken van het niveau en ondersteuningsbehoefte op het gebied van de communicatie. Als je dit in beeld hebt, kan de omgeving aangepast worden op dit niveau, en kan een kind zich verder ontwikkelen. Ook hierin geldt weer: Niet ieder kind met autisme heeft baat bij een dagprogramma met pictogrammen! Het is essentieel goed naar een kind te kijken om tegemoet te komen aan zijn individuele behoeften.

“Voor een uitstapje met de bus werd een dagprogramma met (kleuren)foto’s voor Ray gemaakt. Op de dag zelf was Ray erg gespannen, en druk in de weer met zijn dagschema. Toen de bus arriveerde, wilde Ray niet instappen. Op zijn schema was de bus groen en dit was een gele bus! Ray is nog niet zo ver dat hij kan ‘bedenken’ dat een groene bus symbool staat voor alle bussen waarmee je kunt reizen.”

Protectieve Eigenschappen

Protectieve eigenschappen zijn positieve eigenschappen van een kind die in te zetten zijn om het leren of leven makkelijker te maken. Bij autisme ‘horen’ een aantal eigenschappen die protectief ingezet kunnen worden. Bijvoorbeeld: ‘Een goed geheugen hebben voor beelden (plaatjes) ‘, of ‘zich strikt aan regels houden’. Uiteraard geldt ook hier: Niet alle kinderen met autisme hebben deze eigenschappen, maar het loont de moeite om op zoek te gaan naar die specifieke eigenschappen die ingezet kunnen worden om het leven gemakkelijker te maken.

“Mark is door zijn autisme nogal rigide in het omgaan met afspraken. In de klas is het echter wel heel ‘handig’, want hij houdt zich keurig aan de tien klassenregels die aan de muur hangen. ‘Als het afgesproken is, moet je het ook doen’, helpt hem in dit geval om zich (én zijn klasgenoten) aan de regels te houden.”

 

Emotionele Ontwikkeling

Er wordt steeds meer duidelijk over de anders verlopende emotionele ontwikkeling bij kinderen met autisme. Duidelijk is in ieder geval dat ook de emotionele ontwikkeling bij kinderen met autisme anders, of vertraagd verloopt in vergelijking met kinderen zonder autisme. Het kan dus heel goed zijn dat een kind op veel gebieden ‘leeftijdsadequaat gedrag’ vertoont, maar dat er op een aantal gebieden een vertraagde ontwikkeling is. Als de omgeving hier rekening mee kan houden of, beter nog, op aan kan sluiten, voorkomt dit problemen en kan dit zelfs zorgen dat een kind de achterstand in kan lopen. Het beschrijven van deze ontwikkelingsgebieden kan ervoor zorgen dat de omgeving van het kind zijn soms moeilijke gedrag eerder zal zien als een tekortkoming, als iets waar het kind (nog) hulp bij nodig heeft, als een onwil of ‘ongehoorzamen’ van dit kind. Soms kan bij het invullen van deze schermen besloten worden om aanvullend te testen met de zogenaamde SEO-R. De eventuele uitslagen van deze test kunnen (later of direct) opgenomen worden in het autismepaspoort maar is niet verplicht.

“Tim is op het gebied van ‘omgaan met materialen’  en ‘omgaan met de omgeving’ goed ontwikkeld. Hij kan zich veilig voelen in een andere omgeving dan zijn vertrouwde klaslokaal, en kan zelfs werken bij een andere leerkracht. Hij  maakt tijdens de handvaardigheidles bij een vakdocent de mooiste creaties. Als er echter iets misgaat in de uitvoering van zijn bedachte werk, wordt hij agressief en richt zijn agressie daarbij direct op degene die het dichtst bij hem zit, ongeacht of deze persoon iets te maken heeft met het probleem waar hij tegenaan loopt. Hij heeft dus nog dingen te leren in zijn agressiehantering en in het reguleren van zijn emoties.”

Spanning & Ontspanning

Dit onderdeel is te verdelen in negatieve en positieve emoties, waarbij de positieve emoties ingezet kunnen worden om de negatieve te verzachten. De volgende onderdelen worden behandeld:

Dit geeft spanning
Soms geven hele kleine, voor de omgeving onbelangrijk lijkende zaken al  spanning bij een kind. Door dit vooraf te weten, kun je spanning voorkomen. Voorbeelden: Verandering van het dagprogramma zonder duidelijke reden; als er met stemverheffing gesproken wordt; te moeilijk cognitief werk en dergelijke.

Signalen van spanning
De signalen dat er spanning is, zijn voor de omgeving niet altijd meteen duidelijk. Achteraf echter, na een escalatie, weet vaak iedereen wel dat ‘het er al aan zat te komen’. Als je deze signalen duidelijk hebt, kun je eerder ontspannende of de-escalerende activiteiten aanbieden. Denk hierbij aan ‘rode vlekken in de nek’ , vaker opstaan van de stoel of veel uitleg vragen.

“Als Daan begint te giechelen, is dit géén teken dat hij het naar zijn zin heeft: Hij bouwt spanning op. Op dit moment zit Daan echter nog wel zó laag in zijn spanning dat hij (desgevraagd) zelf nog kan aangeven waar de spanning vandaan komt. Als echter aan dit giechelen voorbij gegaan wordt, gaat Daan over in de volgende fase van spanning en is het veel moeilijker om Daan terug te krijgen naar ontspanning.”

Angsten
Iedereen heeft dingen waar hij bang voor is. Kinderen met autisme zijn echter nog gevoeliger voor angst omdat zij de wereld vaak niet begrijpen en verbanden anders leggen. Hierdoor kunnen veel onverwachte dingen spannend zijn. Het is belangrijk hier als omgeving rekening mee te houden. Denk aan onweer, water of honden.

Eerste reactie op angst
Iedereen heeft een andere eerste (primaire)  reactie op angst. De één rent meteen weg, of loopt een blokje om (vluchten), de ander gaat meteen in de verdediging/aanval (vechten), dit kan fysiek of verbaal zijn. De derde mogelijkheid is ‘bevriezen’, dit zijn de kinderen die letterlijk verstarren en niets meer kunnen doen om de angst (of de gevaarlijke situatie) te bestrijden. Het is belangrijk deze primaire reactie te weten, omdat dit een grote rol speelt in groepsprocessen en het omgaan met conflicten (zowel in zichzelf als met een ander). Iedere reactie vraagt daarnaast een andere begeleiding. Ook het besef dat veel gedrag dat je ziet (bijvoorbeeld vechten) veroorzaakt wordt door angst in plaats van boosheid of agressiviteit, zoals het soms wel lijkt, kan gevolgen hebben voor benadering en begeleiding.

“Quinn heeft erg veel conflicten op het plein. Een leerling hoeft maar naar hem te kijken, of hij heeft ruzie met Quinn. In feite is Quinn erg bang op het plein. Hij heeft er geen structuur, doorziet de sociale situaties niet en mist de nabijheid van een bekend persoon.”

Signaleringsplan
Op veel scholen zijn voor leerlingen met ‘moeilijk verstaanbaar gedrag’ signaleringsplannen geschreven. In zo’n plan staat heel precies beschreven wat de signalen van spanning zijn, en wat de omgeving kan doen om hier verandering in te brengen. Ook kun je in zo’n plan goed lezen wat je van een kind kunt vragen in opeenvolgende fasen van spanningsopbouw. Als er een dergelijk plan aanwezig is, is het uiteraard essentieel dat iedereen in de omgeving weet dat dit plan er is.

Ontspannende activiteiten
Wat voor de één ontspanning oplevert, kan voor de ander juist spanning opleveren (denk alleen al aan buiten spelen!). Daarom is er in het autismepaspoort een onderdeel voor ‘ontspannende activiteiten’ opgenomen. Deze activiteiten kunnen, eenmaal bekend, ook bewust ingezet worden als er spanning opbouwt. Voorbeelden kunnen zijn: Een rondje lopen, klusje doen, schommelen of muziek luisteren.

“Als Luuk twee taken van zijn zelfstandig werk af heeft, mag hij even buiten gaan schommelen. Hierdoor kan hij even ontladen en daarna de laatste twee taken afmaken”

Interesses
Een van de kenmerken van autisme is het hebben van pre-occupaties of ‘fieps’, hele sterke interesses in bepaalde onderwerpen of handelingen. Als je weet hebt van deze interesses, heb je niet alleen een insteek voor leren en ontspannen, maar ook een ingang voor contact.

“Jonathan heeft een jong hondje waar hij ontzettend gek op is. Op school raakt hij regelmatig in paniek als zaken niet duidelijk voor hem zijn. Het helpt hem dan om naar de foto van zijn hondje te kijken, hier wordt hij weer rustig van. Door over zijn hondje te praten, vergeet hij zijn paniek en kan hij weer ‘blij’ worden.”

Overige informatie

Er zullen altijd (actuele) zaken zijn die niet onder de onderdelen op het autismepaspoort vallen. Hiervoor is daarom als onderdeel een leeg vak opgenomen waar u vrije tekst kunt invullen. Denk hierbij aan: Lopende therapieën, belangrijke zaken uit de thuissituatie, gezondheidsproblemen en plannen voor de toekomst. De ervaring leert dat de informatie in dit vak regelmatig aan verandering onderhevig is.

 

 

 

 

Extra: De Vaardighedenlijst

Wij bieden u de mogelijkheid om, naast de ondersteuningsbehoeften, ook de (schoolse) vaardigheden in beeld te brengen. Dit zijn vaardigheden die er samen voor zorgen dat een leerling zich kan handhaven op school en maximaal kan profiteren van het geboden onderwijs. Denk hierbij aan ‘op een stoel blijven zitten’ of ‘rustig op de gang lopen’. Als u deze vaardigheden in beeld heeft, weet u (en de school) precies waar Emma nog dingen moet leren. Dit geeft in combinatie met het autismepaspoort, (waar moeten wij rekening mee houden in dit leerproces,) een heel genuanceerde en duidelijke beginsituatie om met Emma aan het werk te gaan! De opzet van de lijst biedt een uitstekend instrument om de individuele voortgang inzichtelijk te krijgen op de behandelde gebieden.

 

 

 

Het eindresultaat

Alle vinkjes aan de rechterzijde zijn nu groen en het autismepaspoort is klaar om vervaardigd te worden. U kunt zoals eerder aangegeven nog vinkjes aanzetten. Als u de vaardighedenlijst heeft ingevuld, kunt u aanvinken of hij mee moet worden genomen als bijlage. Voor wat betreft de zintuiglijke waarneming is ook een bijlage te maken met welke van de 232 onder- en overgevoeligheden men rekening moet houden. U kunt het autismepaspoort van Emma bekijken door te drukken op deze link of te drukken op het plaatje van het autismepaspoort hiernaast.

Zijn er vragen ? Mail of bel ons gerust!