In mijn boek ‘Vind je eigen weg met jouw autisme’ leg ik uit over de neuronenpaden die in ons brein aangelegd zijn om informatie te verwerken en tot acties te komen. Paden (weggetjes) die vaak gebruikt worden, groeien in de loop van tijd naar breder en steviger, tot zij zelfs een soort ‘snelwegen’ zijn. Dit is handig, omdat je door de aanwezigheid van die snelwegen niet over alles na hoeft te denken: veel dingen gaan dan vanzelf, zoals aankleden, eten maken, fietsen en … het begroeten van andere mensen. Je hoeft er niet over na te denken als je iemand voor het eerst ontmoet: Je staat rechtop, kijkt de ander vriendelijk aan, steekt je hand uit, knikt even, en tijdens het handen schudden zeg je: ”Hallo, ik ben Suzanne”. Prettig die concepten, want daardoor houdt je brein genoeg ruimte ‘over’ om aandacht te hebben voor wat er verder (onzichtbaar) belangrijk is in dit contact, en kun je doorschakelen naar het doel van samenkomst.
Ik leg ook uit dat mensen met autisme vaak erg vermoeid raken omdat zij in hun brein heel veel meer zandweggetjes en ‘N-wegen’ hebben, waardoor veel zaken bij hen niet vanzelf gaan. Informatie wordt op een andere manier verwerkt en moet in het brein van mensen met autisme veel weggetjes langs om tot een passende (re)actie te komen. Hun snelwegen liggen soms op andere plekken (denk aan speciale interesses en kwaliteiten). Dit betekent dat zij soms meer tijd nodig hebben en dat sommige acties, ondanks dat zij erover nagedacht hebben, niet helemaal passend lijken bij wat de omgeving van hen verwacht. ‘Sociaal onhandig’ noemt die omgeving dat.
En daar zijn wij nu met zijn allen ook in beland door het advies om geen handen meer te geven. Afgelopen week is het mijzelf al een aantal keer gebeurd dat ik (bij het ontmoeten van een nieuwe buurman, bij het begroeten van een nieuwe groep cursisten en bij het afsluiten van een koopovereenkomst) volledig automatisch tóch die hand gaf! Tot grote consternatie van omstanders. Mijn brein nam volledig voorgeprogrammeerd de snelweg, het stopbord had ik over het hoofd gezien.
Nog ongemakkelijker werd het toen ik aarzelend een nieuw paadje probeerde te maken om zonder hand te geven deze mensen te begroeten. Wat bleek: toen de hand wegviel, viel bij mij ook het noemen van mijn naam en daarmee de ‘start’ van de kennismaking weg. Ik gedroeg mij als een onhandige puber, verviel in giechelen en een enigszins verontschuldigend benoemen van de onhandigheid van het niet meer mogen doen wat ik zo gewend was te doen. Een slechte start van een (zakelijke) kennismaking.
De komende dagen wordt er hard gewerkt aan een nieuwe (snel)weg. We denken met zijn allen na over nieuwe verkeersregels: Doen we de elleboog of de ‘Namasté-groet? Nieuwe wegwijzers worden neergezet, en het zal steeds minder tijd en moeite kosten om de nieuwe weg te gaan. Maar ik ben wel onder de indruk en dankbaar voor deze spiegel, die mij een klein inkijkje geeft in dat bijzonder effectief werkend brein van ons.
Ik vraag hiermee aandacht voor mensen met autisme, die (bijna) altíjd energie moeten steken in het zoeken naar de juiste weg. Naar hun eigen weg! Laten we onze kinderen met autisme hier vooral in ondersteunen en helpen door ze de weg te wijzen, tijd te geven, en soms de regels uit te leggen.
Wil jij handvatten en tips over hoe je kinderen met autisme hierbij kunt helpen? Kijk dan hier.
(afbeeldingen door Ruud Bijman, voor uitgeverij Pica)